

Geschiedenis van Heusden

Het ontstaan van Heusden hangt samen met de ligging aan de rivier de Maas. Op een strategisch punt op een hoger gelegen gedeelte, de stroomrug, bouwden de eerste Heren van Heusden een burcht en daar ligt de oorsprong van de stad.
Dat Heusden al heel oud is, blijkt uit het feit dat er al in het jaar 722 wordt geschreven over Hunsata Super fluvium Mosam, dat wil zeggen: ‘Heusden boven de rivier aan de Maas’. In de 12e eeuw werd door de heer van de Heerlijkheid Heusden een begin gemaakt met de bouw van wat later een der oudste waterburchten van Noord West-Europa zou blijken te zijn. Bij het kasteel ontstond na 1200 een nederzetting op de stroomrug ten zuiden van de Maas. Weer zuidelijk van
deze nederzetting stroomde de Oude of Romeinse Maas. Heusden met zijn kasteel lag op een uiterst strategische plaats: noordelijk en zuidelijk omsloten door waterlopen. De stad lag precies op de grens van het Graafschap Holland en de Hertogdommen Brabant en Gelre. Dit is zeer bepalend geweest voor de ontwikkeling van de vestingstad. Regelmatig vond er strijd plaats tussen de Graven van Holland en de Hertogen van Brabant om het bezit van de stad.
In de loop van de dertiende eeuw versterkten de Brabantse leiders de nederzetting met een gracht en een stadsmuur uitgebreid met rondelen en poorten. Aan het einde van de 13e eeuw kreeg Heusden stadsrechten en behoorde tot een van de eerste Hollandse steden die door een muur werden omringd. Vanaf 1581 werden de verdedigingswerken gemoderniseerd. Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648) moest de weerbaarheid van Heusden sterk worden verbeterd. In opdracht van
de Prins van Oranje ontwierp vestingbouwer Adriaen Anthonisz van Alcmaer de vestingwerken: wallen, grachten, bastions en bolwerken.
Het terrein waarop de Heemtuin is aangelegd heeft al een lange geschiedenis achter zich. Bij een vestingstad zoals Heusden moest in het verleden rekening gehouden worden met een, soms langdurige, militaire omsingeling. Daarom moesten er ook binnen de wallen mogelijkheden zijn om levensmiddelen te produceren. Er waren groente- en stadsboerderijen. Op de wallen stonden molens om de aanwezige voorraad graan te verwerken.
In de bodem worden nog steeds interessante sporen van die vroegere bewoning en het gebruik teruggevonden. Het zijn vooral aardewerkscherven, waarvan de oudste dateren van rond de middeleeuwen. Ook zijn fragmenten gevonden van ‘duur’ importmateriaal uit Duitsland en van luxe gebruiksgoederen.